Goed nieuws – of op zijn minst een voorzichtige beweging in de goede richting voor particuliere verhuurders. Minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting) heeft aangekondigd dat ze de Wet betaalbare huur wil versoepelen. De huren zouden weer iets omhoog mogen, bepaalde panden krijgen extra punten, en de aftrek voor het ontbreken van een tuin of balkon verdwijnt. Maar: of deze maatregelen ook echt gaan gelden, is nog onzeker. En zelfs als ze er komen, blijven de structurele pijnpunten zoals de torenhoge belastingdruk onopgelost.
Wat stelt Keijzer voor?
De minister wil verhuurders tegemoetkomen op een paar punten, in de hoop verdere leegloop van de huurmarkt te voorkomen:
– WOZ-waarde gaat weer zwaarder meewegen in het puntenstelsel (gemiddeld +100 per maand in steden).
– Kleine rijksmonumenten krijgen extra punten.
– Geen puntenaftrek meer voor het ontbreken van een balkon of tuin.
– Tijdelijke contracten mogen terug voor studenten (meer flexibiliteit en doorstroom).
De aanpassingen zouden op 1 januari 2026 in moeten gaan en gelden alleen voor nieuwe huurcontracten.
Waarom nu deze draai?
Sinds de invoering van de Wet betaalbare huur is het rendement van veel particuliere verhuurders onder druk komen te staan. De afgelopen tijd zijn er ruim 30.000 huurwoningen verkocht. Netto is het aanbod van particuliere huurwoningen gedaald. De minister ziet nu in dat het doorduwen van regulering zonder oog voor rendement simpelweg averechts werkt.
Maar politieke steun ontbreekt
Keijzer krijgt stevige tegenwind vanuit de Kamer, zelfs binnen de coalitie. NSC is “verbijsterd” en PVV noemt het onverstandig om de huren te verhogen. Een Kamermeerderheid lijkt voorlopig ver weg. De kans is dus groot dat het voorstel sneuvelt of flink wordt afgezwakt.
Wat zegt de sector?
Vastgoed Belang ziet de beweging als positief, maar verre van voldoende. De kern van het probleem – de structureel hoge belastingdruk in box 3 – blijft buiten schot. De sector roept massaal op om in te grijpen. Ook huurdersorganisaties zoals de Woonbond zijn kritisch: zij vrezen dat de rekening opnieuw bij de huurder komt te liggen.
Wat betekent dit voor jou als verhuurder?
-Op korte termijn verandert er niets. De plannen zijn nog lang niet door de Kamer en gaan alleen gelden voor nieuwe contracten.
-Er is erkenning dat verhuur weer aantrekkelijker moet worden. Dat is winst, al is het symbolisch.
– Zonder belastingverlaging blijft het knellen. Veel verhuurders willen liever lagere belastingen dan ruimte voor hogere huren.
Conclusie
De draai van minister Keijzer voelt voor veel verhuurders als een bevestiging van wat ze al lang wisten: je kunt niet blijven reguleren zonder rekening te houden met rendement. Maar de versoepelingen die nu op tafel liggen, zijn klein en politiek onzeker. Het echte probleem zit dieper – en dat heet box 3.
Wat kun je doen?
Blijf de ontwikkelingen volgen, zeker als je voor 2026 nieuwe huurcontracten gaat afsluiten. En: blijf als sector de druk opvoeren voor echte structurele oplossingen. Alleen zo houden we de huurmarkt leefbaar én rendabel.
Recente reacties